Bijlagen

Bijlage 1: Meicirculaire 2025

Bijlage 1: Meicirculaire 2025

Samenvatting

Samengevat is de uitkomst van de meicirculaire als volgt:

bedragen x € 1.000
+ is nadeel: hogere uitgaven/lagere inkomsten
- is voordeel: lagere uitgaven/hogere inkomsten

2025

2026

2027

2028

2029

Meircirculaire 2025

-265.092

-269.689

-267.173

-260.192

-262.158

Septembercirculaire 2024

-256.644

-246.780

-247.148

-248.235

-248.235

Totale stijging

-8.448

-22.909

-20.025

-11.957

-13.923

Af te zonderen posten

3.988

13.872

12.526

12.682

12.561

Netto voordeel

-4.460

-9.037

-7.499

725

-1.362

Conclusie:
De algemene uitkering stijgt in alle jaren. Wanneer we hiervan de noodzakelijke afzonderingen afhalen (nog exclusief jeugdzorg) zijn in principe ook alle jaren positief met uitzondering van het jaar 2028. Het structurele voordeel is ongeveer € 1,4 miljoen positief.  

De belangrijkste effecten uit de meicirculaire hebben betrekking op jeugdzorg. Het kabinet zet in op goede en beheersbare jeugdzorg en een gezonde financiële positie voor gemeenten. Voor 2025 tot en met 2027 komt daarom in totaal circa € 3 miljard cumulatief beschikbaar voor jeugdzorg en gemeenten, waarvan ook middelen voor de terugval in 2026 in het Gemeentefonds. Verder worden de maatregelen uit de Hervormingsagenda Jeugd versterkt op inhoud en beheersbaarheid en vanaf 2028 worden aanvullende maatregelen uitgewerkt. Hierover worden met gemeenten afspraken gemaakt, waarbij ook wordt verwacht dat zij werken aan een adequate en doelmatige uitvoering van de Jeugdwet.
In financiële zin wordt dit als volgt vertaald:

bedragen x € 1.000
+ is nadeel: hogere uitgaven/lagere inkomsten
- is voordeel: lagere uitgaven/hogere inkomsten

Omschrijving

2025

2026

2027

2028

2029

Demping terugval gemeentefonds 2026

0

-2.232

-2.366

-2.327

-2.354

Tekorten voor rekening Rijk Jeugdzorg

-2.388

-2.340

-2.355

-2.368

-2.385

Groeipad hervormingsagenda Jeugd

0

-2.779

-2.521

0

0

Hervormingsagenda Jeugd, aanvullende post

0

-343

-298

-313

-487

Eigen bijdrage Jeugdzorg

0

0

0

1.367

1.377

Sturen op trajectduur Jeugdzorg

0

0

0

357

360

Indexeren opbrengst hervormingsagenda

0

0

0

2.900

3.000

Totale stijging

-2.388

-7.694

-7.540

-384

-489

We krijgen dus:

  • Structureel circa € 2,4 miljoen extra voor compensatie van het ravijnjaar. Dit wordt in de toelichting gekoppeld voor het deel van het ravijn wat toe te rekenen is aan Jeugd.
  • Structureel circa € 2,4 miljoen extra voor uitvoering jeugdzorg.
  • Incidenteel voor 2026 en 2027 circa € 2,7 miljoen extra voor Jeugdzorg als gevolg van doorschuiven hervormingsagenda.  
  • Het Rijk keert een deel van stelpost uit die zij gereserveerd hadden voor de hervormingsagenda. Hiermee hadden we deels al rekening gehouden, maar betekent structureel voordeel van circa € 0,5 miljoen.
  • Daarna structureel ruim € 3,4 miljoen minder voor jeugdzorg door indexering van de besparing en ook besparing door sturen op trajectduur.
  • Vanaf 2028 structureel € 1,4 miljoen minder voor jeugdzorg door invoering eigen bijdrage.

Om het echte effect voor ons als gemeente te kunnen bepalen is leidend hoe we zelf de kosten van jeugdzorg begroten en is dus bepalend:

  • Welke kostenstijgingen we zelf reëel verwachten voor jeugdzorg (inclusief volumestijging)?  
  • Welke besparingen we reëel kunnen opnemen voor jeugdzorg in de meerjarenbegroting?

We lichten dit verder toe in het hoofdstuk Ontwikkelingen Jeugdhulp.

Wij vinden de reeks vanaf 2028, zoals deze in de voorjaarsnota vanuit het Rijk is opgenomen, te ambitieus (de besparingen en ook de verhogen van de opbrengst uit de hervormingsagenda). Daarnaast wordt er geen index van de kosten voor jeugdzorg toegepast, zoals de deskundigencommissie had aanbevolen. Concreet is landelijk afgesproken dat de deskundigencommissie van Ark in het eerste kwartaal 2027 een uitspraak doet over de haalbaarheid van het financieel kader vanaf 2028.

Andere belangrijke onderdelen uit de meicirculaire 2025 zijn:

  • Uitstel van de invoering van de inkomensafhankelijke eigen bijdrage in de Wmo;
  • Extra uitvoeringskosten voor de omgevingswet in 2025;
  • Extra gelden voor om de infrastructuur van sociaal ontwikkelbedrijven te versterken.

Analyse meicirculaire 2025

De belangrijkste verklaringen van de stijging van de algemene uitkering zijn:

bedragen x € 1.000
+ is nadeel: hogere uitgaven/lagere inkomsten
- is voordeel: lagere uitgaven/hogere inkomsten

Belangrijkste verklaringen

2025

2026

2027

2028

2029

Demping terugval gemeentefonds 2026

0

-2.232

-2.366

-2.327

-2.354

Tekorten voor rekening Rijk Jeugdzorg

-2.388

-2.340

-2.355

-2.368

-2.385

Groeipad hervormingsagenda Jeugd

0

-2.779

-2.521

0

0

Hervormingsagenda Jeugd, aanvullende post

0

-343

-298

-313

-487

Eigen bijdrage Jeugdzorg

0

0

0

1.367

1.377

Sturen op trajectduur Jeugdzorg

0

0

0

357

360

Indexeren opbrengst hervormingsagenda

0

0

0

2.900

3.000

Accres

-2.383

-9.854

-8.114

-7.224

-6.979

Uitstel vervanging abonnementstarief

0

-1.194

0

0

0

Uitvoeringskosten omgevingswet

-388

0

0

0

0

Impuls sociale infrastructuur

-894

-804

-804

-804

-804

Alleenverdienersproblematiek

-175

0

0

0

0

Landelijke beëindigingsregeling veehouderijlocaties

-74

0

0

0

0

Landelijke aanpak adreskwaliteit

-11

0

0

0

0

Gemeentelijke antidiscriminatievoorziening

-13

-13

0

0

0

Natuurbrandpreventie

-20

0

0

0

0

Kinderopvang pleegouders

-12

-12

-12

-12

-12

Afrekening ruimte BTW compensatiefonds

612

-296

-296

-296

-296

Armoede en schulden, vroegsignalering

-103

0

0

0

0

Armoedebestrijding kinderen

0

22

22

22

22

Volumegroei WMO

0

0

0

0

-382

Wmo hulpmiddelen

0

-53

0

0

0

Kinderopvang Sociaal Medische Indicatie (SMI)

0

0

0

0

-20

Maatschappelijke opvang

-18

-18

-18

-18

-18

Specifieke loon- en prijsbijstelling 2025 sociaal domein

-2.280

-2.200

-2.114

-2.170

-1.648

Overige posten

18

12

13

13

-14

Overige ontwikkelingen

-319

-805

-1.162

-1.084

-3.284

Totale stijging

-8.448

-22.909

-20.025

-11.957

-13.923

Aanvullende toelichting

Posten met betrekking tot jeugdzorg (voorjaarsnota Rijk)

bedragen x € 1.000
+ is nadeel: hogere uitgaven/lagere inkomsten
- is voordeel: lagere uitgaven/hogere inkomsten

Omschrijving

2025

2026

2027

2028

2029

Demping terugval gemeentefonds 2026

0

-2.232

-2.366

-2.327

-2.354

Tekorten voor rekening Rijk Jeugdzorg

-2.388

-2.340

-2.355

-2.368

-2.385

Groeipad hervormingsagenda Jeugd

0

-2.779

-2.521

0

0

Hervormingsagenda Jeugd, aanvullende post

0

-343

-298

-313

-487

Eigen bijdrage Jeugdzorg

0

0

0

1.367

1.377

Sturen op trajectduur Jeugdzorg

0

0

0

357

360

Indexeren opbrengst hervormingsagenda

0

0

0

2.900

3.000

Totale stijging

-2.388

-7.694

-7.540

-384

-489

Demping terugval gemeentefonds 2026
In totaal stelt het rijk een bedrag van ruim € 400 miljoen per jaar beschikbaar voor het dempen van de terugval in het gemeentefonds vanaf 2026 (het zogenaamde ravijnjaar). Dat bedrag komt vanaf volgend jaar beschikbaar en is structureel van aard. Voor onze gemeente gaat het om een bedrag van circa € 2,4 miljoen. Dit bedrag betreft het deel dat is toe te rekenen aan de financiering jeugd binnen het gemeentefonds. Dit betreft slechts een gedeeltelijke compensatie.

Tekorten voor rekening Rijk Jeugdzorg
Daarnaast komt er structureel € 414 miljoen per jaar beschikbaar om de tekorten in de jeugdzorg deels op te vangen. Dat is in lijn met het advies van de deskundigencommissie Van Ark. Die adviseerde om het ontstane tekort in gelijke delen te verdelen over het Rijk en de gemeenten. Dit is voor onze gemeente een bedrag van circa € 2,4 miljoen.

Groeipad hervormingsagenda Jeugdzorg
Ook krijgen gemeenten een incidenteel voordeel van ongeveer € 950 miljoen, verdeeld over 2026 en 2027. Dat is het gevolg van het besluit van het Rijk om voorgenomen bezuinigingen via de hervormingsagenda jeugd door te schuiven naar 2028. Dit is voor onze gemeente een bedrag van circa € 2,7 miljoen voor de jaren 2026 en 2027.

Hervormingsagenda Jeugd, aanvullende post
We ontvangen een extra bedrag van jaarlijks circa € 0,3 miljoen. Dit geld was door het Rijk gereserveerd voor de hervormingsagenda Jeugd en wordt nu uitgekeerd.

Eigen bijdrage Jeugdzorg
Het Rijk becijfert daarnaast in de voorjaarsnota dat gemeenten vanaf 2028 jaarlijks € 260 miljoen meer opbrengsten zullen hebben door de voorgenomen eigen bijdrage in de jeugdzorg. Voor onze gemeente betekent dat we een eigen bijdrage zouden moeten kunnen innen (na wetswijziging) van € 1,4 miljoen. Hiervoor wordt nog een landelijk wettelijk kader uitgewerkt.

Sturen op trajectduur jeugdzorg
Het Rijk en gemeenten gaan met de jeugdzorg sector afspraken maken over hoe we beter kunnen sturen op trajectduur. Deze maatregel moet € 68 miljoen opleveren vanaf 2028. Dit betekent een opdracht voor onze gemeente een korting van € 0,4 miljoen.

Indexeren opbrengst hervormingsagenda
De besparingsopgave van de Hervormingsagenda is in prijs- en volumepeil van het jaar 2019 ingeboekt. Het Rijk geeft aan dat een hogere besparing te veronderstellen is aangezien prijs- en volume sinds 2019 zijn gestegen. Dit betekent een aanvullende taakstelling voor onze gemeente van € 3 miljoen.

Reservering voor loon- en prijsstijgingen (accres)
Het acres stijgt met de inflatie (BBP). Daarbij moet opgemerkt worden dat de methodiek van BBP de eerste jaren lager uitvalt dan de werkelijke inflatie. Via het accres en de overige ontwikkelen moeten we ruimte creëren om de loon- en prijsstijgingen voor het jaar 2026 op te kunnen vangen. We zetten geld apart om loon- en prijsstijgingen te kunnen betalen, vanaf 2026 gaat het om € 9,6 miljoen extra. Gezien de huidige ontwikkelingen in de wereld is het erg lastig in te schatten wat de inflatie in 2026 gaat doen. Dit is voor komende begroting nog een grote risicopost. Aangezien het Rijk nu uitgaat van het bruto binnenlands product (wat de eerste jaren lager zal zijn dan de werkelijke inflatie) is er meer nodig in de stelpost dan we ontvangen vanuit het Rijk. In deze stelpost hebben we rekening gehouden met onder andere:

  • een loonstijging voor 2026 op basis van voorlopige CAO;
  • een stijging in het sociaal domein (jeugd, Wmo, maatschappelijke opvang) op basis van de OVA van circa 5% in 2026;
  • een stijging van de kosten voor openbare ruimte, vastgoed en diverse investeringen;
  • prijsstijgingen bij gemeenschappelijke regelingen en subsidies.

Uitstel vervanging abonnementstarief
We ontvangen eenmalig € 1,2 miljoen in 2026 vanwege uitstel van de invoering van een inkomens- en vermogensafhankelijke eigen bijdrage in de Wmo. Hiervoor wordt het wetsvoorstel Vervanging abonnementstarief Wmo 2015 voorbereid. De inwerkingtreding van deze wet is nu voorzien per 1 januari 2027 in plaats van per 1 januari 2026. Dat betekent dat de besparing van € 225 miljoen voor het jaar 2026, die in de Voorjaarsnota 2023 in het gemeentefonds is verwerkt, vervalt.

Uitvoeringskosten omgevingswet  
We ontvangen in 2025 € 388.000 extra voor de uitvoering van de omgevingswet. We storten dit in de reserve Omgevingswet.

Impuls sociale infrastructuur (sociaal ontwikkelbedrijven)
We ontvangen jaarlijks van 2025 tot en met 2034 circa € 0,8 miljoen per jaar om de infrastructuur van sociaal ontwikkelbedrijven te versterken. De inrichting van een toekomstbestendige sociale infrastructuur vereist vaak een regionale aanpak, daarom worden de middelen uitgekeerd aan samenwerkingsverbanden rondom sociaal
ontwikkelbedrijven. Het impulsbudget betreft tijdelijke middelen voor een periode van 10 jaar. In 2025 is € 35 miljoen beschikbaar. In de periode 2026–2030 is jaarlijks € 31,5 miljoen beschikbaar. Daarna bouwt dit af naar € 19,8 miljoen in 2034.

Alleenverdienersproblematiek
We ontvangen in 2025 € 175.000 extra het bieden van bijzondere bijstand in verband met alleenverdieners-problematiek.

Landelijke beëindigingsregeling veehouderijlocaties
We ontvangen in 2025 € 74.000 voor uitvoeringskosten van deze regeling (fase 1 en fase 2).

Landelijke aanpak adreskwaliteit
We ontvangen in 2025 € 11.000 voor de aanpak van adreskwaliteit binnen de wet basisregistratie personen.

Gemeentelijke antidiscriminatievoorziening
We ontvangen in 2025 en 2026 jaarlijks € 13.000 voor preventie van discriminatie op lokaal niveau.

Natuurbrandpreventie
We ontvangen in 2025 € 20.000 voor het versterken van natuurbrandbeheersing.

Kinderopvang pleegouders
Vanaf 2025 is er jaarlijks € 12.000 beschikbaar als bijdrage voor de beschikbaar voor de vergoeding van
bijzondere kosten aan pleegouders.

Afrekening ruimte btw compensatiefonds
Gemeenten kunnen (voor een groot deel) kosten van btw declareren bij het btw compensatiefonds. Dit fonds heeft landelijk gezien een plafond. Wordt er minder btw gedeclareerd, dan wordt het verschil toegevoegd aan de algemene uitkering. Wordt er meer btw gedeclareerd dan wordt dit ten laste van de algemene uitkering gebracht. Gemeenten hebben in 2024 meer gedeclareerd aan dit fonds. Dit betekent voor ons een nadeel van € 0,6 miljoen in 2025. Het gemiddelde niveau ligt de afgelopen jaren hoger dan geraamd, waardoor we structureel wel een voordeel ramen van € 0,3 miljoen.

Armoede en schulden, vroegsignalering
Voor de aanpak van problematische schulden voegt het Rijk geld toe aan het gemeentefonds. Dit is voor onze gemeente € 103.000. Dit is voor het onderdeel vroegsignalering.

Armoedebestrijding kinderen
Voor de aanpak van armoedebestrijding voor kinderen wordt het budget jaarlijks geactualiseerd op basis van specifieke maatstaf. Hoerdoor ontvangen we vanaf 2026 € 22.000 extra.

Volumegroei Wmo
Afgesproken is dat in de toekomst (een nader te bepalen deel van) de Wmo niet langer via de algemene uitkering van het Gemeentefonds gaat, maar via een aparte financiering. Afhankelijk van de gekozen bekostigingsvorm wordt een passende geobjectiveerde indexering onderzocht die ook rekening houdt met kostenontwikkeling en demografie/vergrijzing. Vooruitlopend hierop wordt extra geld toegevoegd aan de algemene uitkering voor kostenstijgingen als gevolg van demografie. Dit betekent dat we in 2029 € 382.000 extra krijgen. Voorgaande jaren kregen we ook gemiddeld € 0,4 miljoen per jaar.

Wmo hulpmiddelen
Het scheiden van wonen en zorg in de Wet langdurige zorg (Wlz) leidt bij gemeenten tot meerkosten. Bepaalde hulpmiddelen die bij zorg met verblijf vanuit de Wlz worden gefinancierd, worden bij andere leveringsvormen vanuit de Wmo gefinancierd. Voor deze kostenstijging ontvangen we in 2026 € 53.000 extra.

Kinderopvang Sociaal Medische Indicatie (SMI)
We ontvangen € 20.000 extra voor het jaar 2029. De Sociaal Medische Indicatie (SMI) is een gemeentelijke regeling om gezinnen die geen recht hebben op Kinderopvangtoeslag, maar die ook niet in staat zijn de zorg voor hun kinderen volledig te dragen vanwege sociale of medische problematiek, een vergoeding te kunnen bieden voor het gebruik van kinderopvang. Door verschillende ontwikkelingen is de SMI budgettair steeds meer onder druk komen te staan. Om dit te kunnen ondervangen, wordt het SMI budget in een aantal stappen verhoogd. Voor de jaren 2025-2027 gaat het om € 5,4 miljoen, voor 2028 gaat het om € 5,5 miljoen en vanaf 2029 om jaarlijks € 10 miljoen.

Specifieke loon- en prijsbijstelling 2026 sociaal domein
Voor een aantal onderdelen krijgen we specifieke loon- en prijsbijstelling. We voegen deze toe aan onze budgetten.  

  • Beschermd wonen: structureel € 1,0 miljoen.
  • Participatie: jaarlijks circa € 1,2 miljoen. Daarnaast wordt het participatiebudget landelijk in 2029 ten opzichte van 2028 gekort, wat een effect heeft voor ons van circa € 0,5 miljoen nadelig.

Overige posten
Diverse overige posten zorgen voor beperkte mutaties.

Overige ontwikkelingen
Binnen de overige ontwikkelingen treden diverse effecten op door onder andere:

  • Aanpassing aantallen (eenheden) bij diverse maatstaven en nieuwe maatstaven
  • Diverse overige mutaties.

Af te zonderen posten

De meicirculaire 2025 laat ten opzichte van de septembercirculaire 2024 voor alle jaren een stijging zien.
Van deze bedragen moeten we diverse bedragen afzonderen voor specifieke onderwerpen. Afzonderen als we voor specifieke beleidsvelden extra geld krijgen, maar ook afzonderen in gevallen dat we gekort worden op specifieke beleidsvelden. Dit geeft het volgende beeld:

Bedragen x € 1.000

- is voordeel, + is nadeel

Omschrijving

2025

2026

2027

2028

2029

Meicirculaire 2025

-8.448

-22.909

-20.025

-11.957

-13.923

Af te zonderen posten

Loon- en prijsstijging 2026

0

9.600

9.600

9.700

9.700

Uitstel vervanging abonnementstarief

0

1.194

0

0

0

Uitvoeringskosten omgevingswet

388

0

0

0

0

Impuls sociale infrastructuur

894

804

804

804

804

Alleenverdienersproblematiek

175

0

0

0

0

Landelijke beëindigingsregeling veehouderijlocaties

74

0

0

0

0

Landelijke aanpak adreskwaliteit

11

0

0

0

0

Gemeentelijke anti-discrimininatievoorziening

13

13

0

0

0

Natuurbrandpreventie

20

0

0

0

0

Kinderopvang pleegouders

12

12

12

12

12

Armoede en schulden, vroegsignalering

103

0

0

0

0

Armoedebestrijding kinderen

0

-22

-22

-22

-22

Volumegroei WMO

0

0

0

0

382

Wmo hulpmiddelen

0

53

0

0

0

Kinderopvang Sociaal Medische Indicatie (SMI)

0

0

0

0

20

Maatschappelijke opvang

18

18

18

18

18

Specifieke loon- en prijsbijstelling 2025 sociaal domein

2.280

2.200

2.114

2.170

1.648

Totaal af te zonderen posten

3.988

13.872

12.526

12.682

12.561

Saldo meicirculaire

-4.460

-9.037

-7.499

725

-1.362

Toelichting af te zonderen posten

Van de uitkomsten van de meicirculaire moeten we nog diverse bedragen apart zetten voor specifieke onderwerpen. Voor de toelichting van deze posten verwijzen we naar de eerdere analyse.

Deze pagina is gebouwd op 06/13/2025 11:12:00 met de export van 06/13/2025 11:06:27